Hoe een muur bepleisteren en herstellen?

De ondergrond moet droog, stevig, vet– en stofvrij zijn.

Om na te gaan of de muur droog is, bestaat er een eenvoudige test: Maak een kwast nat en strijk deze over de muur.

• Wanneer het water ongeveer 5 minuten aan de oppervlakte blijft, moet de muur niet voorbehandeld worden.
• Indien het water binnen de 2 minuten opgezogen wordt, wijst dit op een poreuse, zuigende muur en moet deze voorbehandeld worden met een fixeermiddel.
• Als het water na 5 minuten niet is opgenomen in de muur, is de ondergrond glad en weinig zuigend. Behandel eerst voor met een hechtmiddel.

Gebruik om barsten, sleuven en raakvlakken tussen verschillende materialen te herstellen, een glasvezelwapening.

Breng het wapeningsweefsel op 2/3 van de totale pleisterdikte aan en bedek vervolgens met gipspleister.

• Giet de juiste hoeveelheid water in een metserskuip.
• Strooi vervolgens het gipspoeder uit en maak een klontvrije massa met behulp van een roerijzer.Houd rekening met de mengverhoudingen en voorschriften op de verpakking van het gipspoeder.

Tip!  Maak nooit meer gips aan dan dat je kan verwerken binnen het halfuur. 

• Snijd de gipsgeleiders op maat af met een blikschaar.
• Breng op regelmatige afstanden, ongeveer 60cm, klodders gipspleister aan met een truweel. 
• Vervolgens druk je de vooraf op maat gesneden profielen in het natte gips. Let erop dat de gipsgeleiders loodrecht geplaatst worden.
• Na verharding, vul je de bekomen vlakken met gipspleister op en werk je af. De profielen moeten achteraf niet verwijderd worden.

Hoekprofielen verstevigen de buitenhoeken en doen dienst als geleiders. Bovendien zorgen ze voor een strak resultaat.

• Plaats de hoekprofielen in verse klodders gipspleister.
• Let ook hier op dat ze loodrecht geplaatst worden.

• Breng het gipspleister met een plakspaan in een gelijkmatige dikte aan. Gemiddelde laagdikte 10mm en maximum 20mm.
• Je kan meerdere lagen aanbrengen door elke voorgaande laag met een plakspaan met vertanding horizontaal op te ruwen.

• Verdeel het gipspleister met een metserslat.
  
• Ga hierbij zowel in de horizontale als verticale richting te werk.
• Verwijder het teveel aan gipspleister door de metserslat over de gipsgeleiders te schuiven.
• Vul de oneffenheden op en herhaal het afreien indien nodig.

• Schuur de hard geworden gipspleister op met een plakspaan met schuurspons.
  
• Maak hierbij circulaire bewegingen tot de oneffenheden verdwijnen.
• Wacht niet langer dan één uur om het gipspleister op te schuren, het moet nog licht vochtig zijn.

• Om de oppervlakte glad af te werken, gebruik je een metalen plakspaan.
  
• Doe dit meteen na het opschuren.
• Wrijf met de plakspaan met grote strijkbewegingen over de licht vochtige pleisterlaag voor een ultraglad resultaat.